Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

Kritisch Podium Dewanand

Podium

Digitale gedoogzone WWW

Offeraar       Dewanand
Offercode      WFOR1148
Offerdatum     woensdag 11 mei 2005

Het is momenteel heel moeilijk om te weten wat wel of wat niet toegestaan is op internet. Dit digitale communicatiemedium is nog volop in ontwikkeling en veranderd de samenleving voelbaar. Het moeilijkste punt op internet is de strafbaarheid van een tekst, die vaak slechts door een paar honderd mensen gelezen wordt en verder geen vlieg kwaad doet. Hoe moeten politici hiermee om gaan? Wat is strafbaarheid volgens de wet?

Op grond van artikel 137 c-f, 147 en 261 (zie noten) uit het Wetboek van strafrecht is duidelijk bepaald dat belediging, aanzetten tot haat, voorbereiden van moord of poging tot doodslag en het krenkend uiten in woord of geschrift jegens een etnische of religieuze groep strafbaar gesteld is. Maar dit alles wordt in Nederland achteraf gecontroleerd, mits iemand aangifte doet van een van deze misdrijven. Volgens artikel 7 uit de Nederlandse Grondwet is een ieder vrij om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren. In dit wetsartikel is het nogal moeilijk om goed te begrijpen wat er met drukpers wordt bedoeld.

Alleen zaken die op papier gesteld zijn, behoren tot de categorie drukpers. Momenteel is men druk bezig om ook de digitale perswereld te onderzoeken en er alles aan te doen, om extreme teksten te bestrijden. Het is echter heel moeilijk om het begrip openbaren uit deze wetstekst (artikel 7, zie noten) goed te doorgronden.

Stel dat ik een moorddadige tekst gericht tegen Hindoestanen en het hele Hindoegeloof plaats op een domeinnaam die ik een uur geleden geopend heb. Ik weet natuurlijk vantevoren dat deze tekst absoluut wetsovertredend en strafbaar is, dus ik loop het risico op een fikse rechtszaak met een voorarrest van enkele maanden. Op dit punt is de wet dus onverbiddelijk en keihard, maar houdt de rechter wel rekening met de realiteit van de digitale webwereld?

Ik kan feitelijk binnen tien minuten een domeinnaam kopen en wrede wetsovertredende teksten erop dumpen. Is dus een koud kunstje voor iedereen die een beetje webtechnologie kent. Maar ja, het aantal mensen die mijn splinternieuwe website zal bezoeken is beslist nul, mits ik een forse reclamecampagne via email start om mijn hatelijke webteksten te verspreiden. Het verspreiden is dus het openbaren van de gedachten en gevoelens, mits er bezoekers komen op mijn haatstek. O.k. stel dat ik binnen een week half Nederland op bezoek krijg, dan is het glashelder dat ik voor enkele decennia de bak in mag draaien, want mijn (halfgoddelijke) openbaring is dan een groot succes geworden. Wat is echter het addertje?

Stel dat ik geen enkele bezoeker krijg op mijn splinternieuwe domeinnaam, behalve natuurlijk onze ijverige officier van Justitie, die zich kapot surft om strafbare teksten te vinden, op een van de tien miljard webpagina's, goh wat een taak he. Hoe strafbaar zou het zijn, als mijn haatstek geen enkele bezoeker zou krijgen? Dan komt het erop neer dat ik een strafbare tekst op het web heb gedumpt, die door niemand gelezen is en derhalve juridisch gezien niet geopenbaard is. Juridisch gezien kan ik alleen gestraft worden als tenminste een Nederlandse burger mijn haat- en moordtekst leest en er officieel aangifte van doet bij de politie, om een rechtszaak op te starten. Als niemand het leest dan betekent dit dat mijn tekst dus niet geopenbaard is. Dan komt het erop neer dat ik een wetsovertredende tekst digitaal heb geplaatst op het internet, zonder dat het geopenbaard of verveelvoudigd is, middels elektronische middelen.

Secret deeplink?
Nu volgt iets leuks. Stel dat ik op de serverruimte van mijn hosting bedrijf een ongelinkt bestand plaats met een wetsovertredende (voorbeeld: haat, moord, verkrachting, belediging, samenspanning tegen koninklijk huis, enz.) inhoud plaats. Een dergelijk bestand in html kan niet door een zoekmachine gevonden worden omdat er op het hele web (nog) geen enkele link ernaartoe voorkomt. Op dat moment is mijn tekst nog niet strafbaar, volgens de juridische strekking, omdat het nog niet geopenbaard is. Als iemand van een discussieforum nu echter een deeplink plaatst naar dit geheime bestand op de server, en iemand of velen openen het, dan is het nog steeds moeilijk om te bepalen of deze tekst strafbaar is, omdat het electronisch (digitaal) onmogelijk is om juridisch te bewijzen dat tenminste een persoon dit wetsovertredende artikel heeft gelezen. Het komt er dan op neer dat niemand in staat is om juridisch te bewijzen dat enig iemand deze tekst heeft gelezen, want het is niet geregistreerd en niet gelinkt aan de officiele digitale webserverruimte.

Als de deeplink notabene geschreven wordt in niet klikbare tekst en niet in html-linktaal op het discussieforum, dan kan het door niemand getraceerd worden, wat een perfecte methode is, om via deze juridische omweg toch uiterst strafbare of wetsovertredende teksten te verspreiden op discussieforums. Voor zover ik weet heb ik nog niet gezien dat iemand dit heeft gedaan, maar ik vermoed wel dat terroristen deze methode al tientallen jaren gebruiken, via een gecodeerd filenamen systeem. Op een enkele rootserver kan op deze wijze het hele web vervuild worden met uiterst wetsovertredende teksten; let er wel op dat je geen html-linktaal gebruikt maar teksttaal, die niet door een zoekmachine herkend kan worden. Via sms of telefoon zouden zelfs de filenamen door kunnen worden gebeld, om alles buiten het officiele web te houden.

Feitelijk is het zo dat ICT experts altijd erin kunnen slagen om informatie te verspreiden zonder gepakt te worden. Het zijn altijd de amateurs, psychisch gestoorden of kroegzuipers die in een vlaag een wetsovertredende tekst op het web plaatsen en dan gepakt worden ervoor. Ik vraag mij altijd af of Justitie dan een paar miljoen euro moet uitgeven om zulke gasten te straffen, want het gaat feitelijk om vele duizenden amateurs, die dit haast elke week weleens doen. Belediging is nogal vluchtig en onduidelijk, wat het allemaal moeilijker maakt.

In de kroeg tussen de halfgare zuiplappen mag je vrijuit spreken, want na een fikse kater is iedereen al je onzin gezeik vergeten. Juridisch gezien betekent dit dat Justitie tolereert dat mensen in de kroeg of cafe alles mogen zeggen wat zij willen, want de dronkelappen luisteren toch niet naar al je onzin. Er is dus een gedoogbeleid jegens uitspraken in de kroeg. Dit kroegconcept dient feitelijk ook toegepast te worden op internet. Het lijkt mij daarom juridisch en maatschappelijk noodzakelijk om een officiele digitale gedoogzone in elk Europees land in te stellen. Bepaalde delen van een discussieforum of website kunnen dan simpelweg met enkele juridische verklaringen of via een officieel vergunningstelsel verklaard worden tot digitale gedoogzones, waar alles getolereerd wordt, zonder enige wroeging of juridische sanctie. De digitale gedoogwet kan wel eisen dat elke tekst slechts zeven maal 24 uur op het internet toegankelijk blijft of korter, op de digitale gedoogzone, om registratie in zoekmachines (spiders, searchbots) en massale elektronische verveelvoudiging te voorkomen. Er is dus nog veel werk voor de wettenmakers, die zich nu richten op het dichttimmeren van het anarchistische World Wide Web.

Misschien moeten er speciale kroegservers komen, waar alles gedoogd wordt, wat men zoal in een woeste of dronken bui openbaart op internet.


Noten
Artikelen uit de Nederlandse Grondwet

Artikel 1 . Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Artikel 7 .
- 1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
- 2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending.
- 3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
- 4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.


Wetboek van Strafrecht. Boek 1. Algemene Bepalingen (Artikel 1.-Artikel 90septies)

Titel 4 van Boek 1 van het Wetboek van Strafrecht (Poging en voorbereiding)

Artikel 45.

1. Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard.

2. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij poging met een derde verminderd.

3. Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste vijftien jaren.

4. De bijkomende straffen zijn voor poging dezelfde als voor het voltooide misdrijf.

Artikel 46.
1. Voorbereiding van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld is strafbaar, wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft.

2. Het maximum van de hoofdstraffen op het misdrijf gesteld wordt bij voorbereiding met de helft verminderd.

3. Geldt het een misdrijf waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld, dan wordt gevangenisstraf opgelegd van ten hoogste tien jaren.

4. De bijkomende straffen zijn voor voorbereiding dezelfde als voor het voltooide misdrijf.

TITEL IX Betekenis van sommige in het wetboek voorkomende uitdrukkingen

Artikel 79.
Aanslag tot een feit bestaat, zodra het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering, in de zin van artikel 45, heeft geopenbaard.

Artikel 80.
Samenspanning bestaat zodra twee of meer personen overeengekomen zijn om het misdrijf te plegen.


Wetboek van Strafrecht. Boek 2. Misdrijven (Artikel 92-Artikel 423.)

Artikel 137c.

Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

Artikel 137d.

Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

Artikel 137e.

1. Hij die, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving:

1º. een uitlating openbaar maakt die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid beledigend is, of aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid;

2º. een voorwerp waarin, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, zulk een uitlating is vervat, aan iemand, anders dan op diens verzoek, doet toekomen, dan wel verspreidt of ter openbaarmaking van die uitlating of verspreiding in voorraad heeft; wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

2. Indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in dit artikel, in zijn beroep begaat en er, tijdens het plegen van het feit, nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Artikel 137f.

Hij die deelneemt of geldelijke of andere stoffelijke steun verleent aan activiteiten gericht op discriminatie van mensen wegens hun ras, hun godsdienst, hun levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 147.

Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft:

1º. hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, door smalende godslasteringen op voor godsdienstige gevoelens krenkende wijze uitlaat;

2º. hij die een bedienaar van de godsdienst in de geoorloofde waarneming van zijn bediening bespot;

3º. hij die voorwerpen aan een eredienst gewijd, waar en wanneer de uitoefening van die dienst geoorloofd is, beschimpt.

Artikel 147a.

1. Hij die een geschrift of afbeelding waarin uitlatingen voorkomen die, als smalende godslasteringen, voor godsdienstige gevoelens krenkend zijn, verspreidt, openlijk tentoonstelt of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden, in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat in het geschrift of de afbeelding zodanige uitlatingen voorkomen, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die, met gelijke wetenschap of een gelijke reden tot vermoeden, de inhoud van een zodanig geschrift openlijk ten gehore brengt.


Wetboek van Strafrecht. Boek 3. Overtredingen (Artikel 424.- Artikel 477, 478.)

TITEL XVI Belediging

Artikel 261.

1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt, als schuldig aan smaad, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

2. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore wordt gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

3. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aannemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging eiste.

Zie ook artikel 262 - 271


***


Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

Kritisch Podium Dewanand

Podium
Alle rechten voorbehouden; All rights reserved