Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

Kritisch Podium Dewanand

Literair

WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 19 of 103

Moord op de vrijheid van het oervolk

Was het verbod van de NVP/CP'86 terecht en heeft de AEL bestaansrecht?

2.8. Conclusies bij hoofdstuk 2


Our Freedom is our natural right

Offeraar (auteur)   Mr. drs. J.J. v.d. Gulik
Offercode           wart0222
Offerdatum          vrijdag 9 november 2007

Go to previous Epage ... Go to next Epage
  • Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid van het oervolk
  • - In de aanhef van artikel 4 IVUR is de 'due regard' clausule opgenomen. Hieronder wordt verstaan, dat maatregelen om aan elke vorm van het aanzetten tot discriminatie en aan het doen van dergelijke uitingen een einde te maken genomen moeten worden met inachtneming van de in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens geformuleerde beginselen en van de rechten die uitdrukkelijk worden genoemd in artikel 5 van het IVUR.

    - Het UN Comité stelde, dat een middenpositie wordt ingenomen, als er vanuit wordt gegaan, dat een balans dient te worden gevonden tussen artikel 4 (a) IVUR en de vrijheid van meningsuiting en tussen artikel 4 (b) IVUR en de vrijheid van vereniging.

    - De Nederlandse regering vond, dat de mogelijkheid van een onbelemmerde meningsvorming niet opgeofferd mocht worden aan een doeltreffende bestrijding van rassendiscriminatie en daarmee verwante verschijnselen. Zij meende echter dat de in artikel 4 van het verdrag (IVUR) opgenomen clausule nu juist de strekking had om de staten te verplichten bij het treffen van hun maatregelen de vrijheid van meningsuiting te eerbiedigen.

    - General Recommendation XV geeft aan dat het UN Comité dat moet toezien op de implementatie van wetgeving op grond van het IVUR artikel 4 IVUR een centrale rol toekent in de strijd tegen rassendiscriminatie.

    - Tijdens de behandeling van het ontwerp van de IVUR steunde de Nederlandse regering het voorstel, waarmee het verspreiden van denkbeelden over rassuperioriteit of rassenhaat niet strafbaar zou worden verklaard.

    - Het UN Comité, dat moet toezien op de implementatie van wetgeving op grond van het IVUR, was verdeeld over de uitspraak van de Deense rechter in de zaak Jersild. In 1994 deed het Europese Hof een uitspraak in deze zaak. Met betrekking tot de weging op grond van de 'due regard' clausule verwelkomden sommige leden de Deense uitspraak als de duidelijkste uitspraak tot nu toe, dat bescherming tegen rassendiscriminatie voorrang had boven de vrijheid van meningsuiting. Andere leden vonden, dat bij de beoordeling van de feiten beide rechten dienden te worden betrokken.

    - Het UN Comité, dat moet toezien op de implementatie van wetgeving op grond van het IVUR bevestigde na de uitspraak van het Europese Hof in de Jersildzaak (1994), dat de 'due regard' clausule een behoorlijke afweging vereist van het recht op bescherming tegen rassendiscriminatie en het recht op de vrijheid van meningsuiting.

    - De Deense regering dacht in de Jersildzaak (1994), dat de betrokken Deense strafrechtsbepalingen extensief zouden moeten worden geïnterpreteerd overeenkomstig de strekking van het IVUR en dat artikel 10 EVRM niet zodanig zou mogen worden geïnterpreteerd, dat daarmee het recht op bescherming tegen rassendiscriminatie op grond van het IVUR zou worden beperkt, daaraan afbreuk zou worden gedaan, of die bescherming teniet zou worden gedaan. Toch besliste het Hof in deze zaak met 12 tegen 7 stemmen, dat artikel 10 EVRM was geschonden.

    - Het Europese Hof vond in de Jersildzaak (1994), dat de verplichtingen van Denemarken op grond van artikel 10 EVRM zoveel mogelijk zodanig moeten worden uitgelegd, dat die verplichtingen verenigbaar zijn met de verplichtingen van Denemarken op grond van het IVUR. Het is in dit opzicht niet aan het Hof de 'due regard' clausule van artikel 4 van het IVUR te interpreteren, daar hierbij verschillende constructies mogelijk zijn. Het Hof vond echter, dat zijn interpretatie van artikel 10 EVRM in deze zaak verenigbaar is met de verplichtingen van Denemarken op grond van het IVUR.

    - Ook in de zaak Jersild (1994) heeft het Europese Hof een grote mate van bescherming geboden aan de vrijheid van het publieke politieke debat.

    ***

    Go to previous Epage ... Go to next Epage
  • Go to Inhoudsopgave: Moord op de vrijheid van het oervolk

  • WEBpublication BOOK WART0222 / EPAGE 19 of 103


    Home Podium Politiek Religie Hindoeisme Islam Suriname India Liefde Jongeren
    Literair Poezie Zeepkist Gastenboek Links Disclaimer Contact

    Kritisch Podium Dewanand

    Literair
    Alle rechten voorbehouden; All rights reserved
    Offercode: WART0222
    Copyright @ Mr. drs. J.J. v.d. Gulik 2007